woensdag, 07 oktober 2020 08:05

In memoriam

In Memoriam Gerard Roelofs

Bij de NVVS kwam het verdrietige bericht binnen dat Gerard Roelofs (1937-2020) vorige week op 83 jarige leeftijd is overleden. Gerard was lange tijd psychiater-seksuoloog. Hij is als een van de eersten (en weinigen!) opgeleid door Coen van Emde Boas en Leo Levie en haalde in 1974 zijn diploma in de seksuologie. Hij was jarenlang hoofd van het team Partnerrelatietherapie (PRT), Seksuologische Hulpverlening en Gezinstherapie van de afdeling Psychotherapie bij de RIAGG Maastricht. Daarnaast was Gerard supervisor PRT/gezinstherapie van de Nederlandse Vereniging voor Relatie-en Gezinstherapie.

Gerard was een belangrijke pionier voor een betere seksuologische klinische zorg, waarbij hij intensief samenwerkte met de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming (NVSH) . Hij speelde  een belangrijke rol  bij het ontwikkelen van modernere visies op kinderseksualiteit en parafilia. Deze laatste zag hij al eind vorige eeuw als ongewone en onveranderbare seksuele voorkeuren in plaats van als pathologische “perversies”. Gerard had oog voor het gevaar van een ondoordacht oordeel en stond voor een ruimhartige en genuanceerde benadering van seksueel gedrag. Als geen ander besefte hij de (soms vernietigende) invloed van de cultuur, maatschappij én tijdgeest op normen en waarden ten aanzien van seksualiteit. Gerard was een kunstenaar om vanuit een controversieel perspectief gevoelige onderwerpen te benaderen. Hij deed dit innemend en bevlogen. Deskundig en standvastig kon hij op een charmante wijze uitnodigen en nuanceren, waarmee hij ruimte creëerde voor verbinding. Bovenal was Gerard een uitermate beminnelijk mens.  

Het recht op seksuele zelfbeschikking was zijn motto, ook voor kinderen. Hiertoe hadden ze een liberaal en voorwaardenscheppend opvoedingsklimaat nodig teneinde hun eigen seksualiteit te kunnen onderzoeken en seksueel gedrag te kunnen leren. Ten aanzien van pedofilie had hij een voor de toenmalige (forensische) psychiatrie duidelijk afwijkende mening. In een interview in de Nieuwe Revu (36, 2007), zegt Gerard "Ik denk dat er een dag komt dat iemand pedofiel mag zijn, en alleen nog wordt beoordeeld op de vraag of hij kinderen of jeugdigen schade toebrengt… Onder voorwaarden hoeft het niet schadelijk te zijn. De jongere (bij wie Gerard een ondergrens van 12 jaar stelde) moet natuurlijk vrijwillig toestemming geven, de pedofiel/pedoseksueel moet afdalen naar het seksuele niveau van de jongere en de ouders moeten het weten”.

Diverse collegae hebben veel van Gerard geleerd door zijn empathische benadering van mensen die lijdensdruk ondervonden van hun parafilie. Gerard pleitte hierbij voor een openhartig en empathisch klimaat om (het risico op)  grensoverschrijdingen bespreekbaar te maken. Hiermee kon worden voorkomen dat pedoseksuelen  “onder de radar” zouden verdwijnen, met alle risico’s van dien.  Zijn openhartig optreden in de media deed  regelmatig veel stof opwaaien. Zo vertelde hij dat het heel normaal was dat volwassenen wel eens lichamelijk seksueel reageerden op kinderen, dat het hem zelf was overkomen toen hij met zijn dochtertje in bad zat, waarbij hij gebruik had gemaakt van het aanwezige badschuim om uit bad te stappen. Met een zekere bevlogenheid heeft hij bij de Riagg groepen voor pedofielen/pedoseksuelen opgezet. Hij was diep teleurgesteld toen uitkwam dat in een van de groepen, foto’s en meer werden uitgewisseld. Het bleek verdraaid lastig om te voorkomen dat groepen pedofielen/ pedoseksuelen niet besmet  raakten met pedoseksuele delinquenten met antisociale trekken. Dit schandaal betekende dat de groepen geen voortgang meer konden vinden.

Gerard heeft zich hard gemaakt voor het ontwikkelen en opzetten van daderhulpverlening aan personen die  seksueel misbruik pleegden. Ook dit was pionierswerk.  Pas jaren later is deze hulp in een juridisch kader ondergebracht, de huidige forensische seksuologie. Hij was jarenlang voorzitter van het Team Seksueel Misbruik te Maastricht. Hij zag de noodzaak voor het actief en “outreachend” optreden, met als doel hulp op te starten voor alle betrokkenen bij seksueel misbruik. Het was vaak een race tegen de klok om secundaire traumatisering door reacties uit de omgeving te voorkomen. Buurtprotesten en het optreden van de pers en de politie  werkten nogal eens als een olifant in een porseleinkast. Ooit vertelde hij hoe woedend hij was over een vonnis van een rechtbank. De individuele therapie en de gezinstherapie hadden al veel opgeleverd. Gerard had de vader gesteund om een volledige bekentenis af te leggen voor de rechtbank, met een stevige straf tot gevolg. Gerard vermoedde dat de rechter deels uit frustratie had gehandeld, omdat rechters wekelijks ontkennende incestvaders moesten vrijspreken vanwege gebrek aan bewijs.

In de jaren tachtig publiceerde  Gerard  over seksualiteit binnen het gezin. Tevens werkte hij mee (redactie) aan het tot stand komen van het Handboek Seksuele Hulpverlening (1983-88), bestaande uit 3 omvangrijke klappers.

Hij was zeer trouw aan onze  vereniging en altijd aanwezig. Op studiedagen kwam hij met veel flair binnen en werd daarbij zo hartelijk ontvangen, dat een stagiaire achter zijn rug om naar binnen kon sneaken, uiteraard zonder entreegeld te betalen. Deze strategie was natuurlijk door hem bedacht. Tòtdat er op een klein symposium precies genoeg stoelen waren neergezet en de stagiaire op de eerste rij een steeds roder hoofd kreeg, met een vette knipoog van Gerard! In de trein terug naar huis was Gerard de grootste gangmaker door enthousiast en uitdagend andere onbekende reizigers uit de tent te lokken. Van 1995 - 2001 was Gerard vice-voorzitter van de NVVS, waar vele  collegae warme herinneringen aan koesteren. Naast de goede samenwerking hebben collegae genoten van zijn constructieve bijdragen, de gezellige heidagen in huize Roelofs en de rondleidingen in “zijn stad” Maastricht.

Gerard was trots op zijn vrouw Dolly en hun twee dochters. Samen genoten Gerard en Dolly nog volop van het bourgondische, sociale en culturele leven in het zuiden. Helaas werd hij onlangs geconfronteerd met een ernstige ziekte. Na lang aarzelen waren Dolly en hij onlangs naar Den Haag verhuisd om dichter bij hun kinderen te kunnen wonen. Helaas heeft hij daar niet meer lang van kunnen genieten. Met zijn overlijden moeten we afscheid nemen van een pionierende, markante, inspirerende en bijzonder geliefde collega! We wensen Dolly, zijn dochters en familie veel sterkte!