De pil en seks gedurende de menstruele cyclus

  • Geschreven door Charles Picavet

Elaut, E., Buysse, A., De Sutter, P., Gerris, J., De Cuypere, G., & T’Sjoen, G. (2016). Cycle-related changes in mood, sexual desire, and sexual activity in oral contraception-using and nonhormonal-contraception-using couples. Journal of Sex Research, 53, 125-136.

 

Inleiding

De anticonceptiepil wordt geslikt om seks te kunnen hebben zonder zorgen over zwangerschap. Er komen echter steeds meer signalen dat een deel van de vrouwen minder zin zou krijgen in seks als zij de pil gebruiken. Hierover zijn onderzoekers het echter nog niet eens. Men weet nog altijd onvoldoende van de relatie tussen seksualiteit en hormonale schommelingen. Een belangrijk effect van de pil is dat de menstruele cyclus van vrouwen wordt onderdrukt. Seksueel verlangen lijkt samen te hangen met de cyclus bij vrouwen die geen hormonen gebruiken. Vooral rond de eisprong zou het verlangen wat groter zijn. Hoe dit zit bij pilgebruiksters is nog niet veel onderzocht.

Het onderzoek

Aan de Gentse Universiteit is onderzoek gedaan naar zin in seks en seksueel gedrag gedurende de menstruele cyclus. Hierbij zijn koppels die de pil gebruikten vergeleken met koppels die niet-hormonale anticonceptie gebruikten. Het bleek dat seksueel verlangen niet veranderde gedurende de cyclus bij pilgebruiksters en hun partners. Ook bij niet-hormonale anticonceptiegebruiksters en hun partners waren er geen significante verschillen. Negatieve emoties verschilden wel tijdens de cyclus, maar hadden geen relatie met seksueel verlangen. Volgens partners van pilgebruiksters was de seksuele activiteit minder groot in de eerste dagen waarin de pil werd geslikt. Bij vrouwen was dezelfde trend zichtbaar, maar deze was niet significant. Gebruiksters van niet-hormonale anticonceptie rapporteerden minder seks tijdens de menstruatie, maar dat gold niet voor hun partners. Geconcludeerd wordt dat het gebruik van de pil verschillen in verlangen tijdens de menstruele cyclus verkleint. Bovendien lijkt seksuele activiteit verminderd te zijn aan het einde van de stopweek en de dagen waarin met een nieuwe strip begonnen wordt.

Bespreking

Allereerst wil ik het onderzoeksteam ermee complimenteren dat zij niet alleen vrouwen, maar ook hun mannelijke partners in het onderzoek betrokken hebben. Dit gebeurt helaas nog veel te weinig als het gaat over anticonceptieonderzoek. Hooguit is misschien jammer dat niet op het niveau van individuele koppels is gekregen, maar alleen een vergelijking is gemaakt tussen de mannen en de vrouwen. Verder vind ik de bevindingen bij mannen nog niet zo makkelijk te interpreteren. Een ander positief punt vind ik de controlegroep. Er is niet gekozen voor koppels die geen anticonceptie gebruiken, maar voor degenen die niet-hormonale anticonceptie gebruiken. Immers gebruikt men anticonceptie om seks te kunnen hebben, waardoor seksueel verlangen en gedrag sowieso anders zou kunnen zijn wanneer helemaal geen anticonceptie wordt gebruikt. Het onderzoek is prima opgezet en uitgevoerd. Ik denk wel dat het aantal vrouwen per groep aan de lage kant was, waardoor het moeilijk kan zijn geweest om significante verschillen te vinden. Al met al vind ik het opvallend hoe weinig significante verschillen zijn gevonden, niet alleen bij vrouwen die de pil gebruiken, maar ook bij gebruiksters van niet-hormonale methoden.

Gepubliceerd in Internationale Publicaties

The Sexual Acceptability of Contraception: Reviewing the Literature and Building a New Concept

  • Geschreven door Rik van Lunsen

Higgins, J.A., & Smith, N.K. (2016). The Sexual Acceptability of Contraception: Reviewing the Literature and Building a New Concept. Journal of Sex Research, 53, 417–456.

Dit artikel is een must read voor iedereen die bereid is om anticonceptie-hulpverlening niet alleen te bekijken vanuit het perspectief van wat ik al jaren ‘rampenbestrijding’ noem, maar om anticonceptie vooral te zien als middel om seksueel plezier èn seksuele gezondheid te bevorderen. Jenny Higgins heeft eerder al gewezen op het pleasure deficit in onderzoek over en attitudes ten opzichte van seksuele en reproductieve gezondheid (Higgins & Hirsch, 2007; Van Lunsen, Laan & Van Dalen, 2006). Mijn inziens terecht stellen zij en Nicole Smith in dit artikel dat er tot voor kort weinig aandacht is geweest voor de invloed van het toepassen van de diverse anticonceptiemethoden op het seksueel welbevinden van vrouwen. De auteurs wijzen er vooral ook op dat daar waar er bij elke (potentiële) vorm van anticonceptie door en voor mannen direct wordt gekeken naar de seksuele aanvaardbaarheid, hier tot voor kort bij vrouwen nauwelijks aandacht voor was. Bovendien blijft onderzoek vaak beperkt tot effecten op slecht gedefinieerde eindpunten als ‘libido’, die geen recht doen aan het brede spectrum van gevoelens en ervaringen van vrouwen. Ook de simplistische toepassing van meetinstrumenten als de FSFI, ontworpen voor het meten van ‘seksuele disfuncties’, is niet geschikt voor onderzoek naar de discrete, subtiele en multimodale effecten van anticonceptie en anticonceptiemethoden op welbevinden en seksualiteit.
Gezocht is daarom naar een holistischer benadering van wat zij de sexual acceptability van anticonceptie noemen. Zij verrichtten daartoe een extensieve ‘ouderwetse’ narratieve search, om te komen tot een ‘socio-ecologische’ meetlat waarlangs alle biopsychosociale interacties tussen seksualiteit en de (keuze voor) anticonceptiemiddelen afgemeten kunnen worden. Illustratief voor hun op seksueel plezier georiënteerde search zijn de zoektermen die zij in eerste instantie hebben gebruikt: (contraception OR contraceptive OR contraceptive device OR contraceptive devices) AND (pleasure OR libido OR “sexual function” OR “sexual functioning” OR sexuality NOT [“sexual behavior” OR “sexual health”]).
Van de 3001 gevonden artikelen uit de periode 2005-2015 werden er uiteindelijk 264 gebruikt voor de constructie van hun ‘socio-ecologisch seksueel aanvaardbaarheidsmodel’. Van dit model maken zowel effecten op autonomie, empowerment, partnergerelateerde en dyadische variabelen (gendered power dynamics), motieven voor anticonceptiegebruik (plezier versus bescherming) deel uit, als ook bijvoorbeeld de invloed op bloedingspatroon, gevoeligheid voor seksuele stimuli en paracyclische verschijnselen.
In het tweede deel van het artikel worden aan de hand van de literatuur alle beschikbare anticonceptiemethoden, hormonaal, niet-hormonaal en ‘klassiek’, langs de socio-ecologische meetlat gelegd.
De belangrijkste conclusie die zij trekken is dat elke methode in dit opzicht voor- en nadelen heeft, en dat er in de praktijk van anticonceptiehulpverlening meer aandacht zou moeten zijn voor de mogelijke effecten van anticonceptie op seksualiteit. Vrouwen (en mannen) zouden liefst seks willen hebben zonder daarbij anticonceptie nodig te hebben om ongewenste zwangerschap te voorkomen. Vrouwen moeten dus in staat gesteld worden om die vorm van anticonceptie te kunnen gebruiken, die het best past bij hun eigen individuele en contextafhankelijke voorwaarden voor seksuele acceptability.

 

Literatuur

Van Lunsen R.H.W., Laan E.T.M., & van Dalen L. (2006). Contraception and sexuality. In: Milsom I. Contraception and Family Planning. Elsevier, p 5-19.

Higgins, J. A., & Hirsch, J. S. (2007). The pleasure deficit: Revisiting the “sexuality connection” in reproductive health. Perspectives on Sexual and Reproductive Health, 39, 240–247.

Gepubliceerd in Internationale Publicaties

Zwangerschap en anticonceptie in Nederland

  • Auteur Charles Picavet
  • Pdf openbaar Yes

Dit onderzoek is bedoeld om inzicht te geven in het vóórkomen van (ongewenste) zwangerschap en anticonceptiegebruik in Nederland en om groepen te identificeren met een verhoogd risico op ongewenste zwangerschap. Ook wordt het gebruik van de anticonceptiepil, de meest gebruikte anticonceptiemethode, in de praktijk beschreven. Er is gebruik gemaakt van een onderzoeksgroep van ruim 8000 mannen en vrouwen, representatief voor de Nederlandse bevolking. Ongeveer 9% van de vrouwen is op dit moment zwanger of probeert dat te worden. Voor 76% van de niet-zwangere vrouwen is het belangrijk om niet zwanger te worden. Dit kan door anticonceptie te gebruiken. De meest gebruikte anticonceptiemethode is de pil. Deze methode wordt gebruikt door 32% van de vrouwen, al dan niet in combinatie met het condoom. Boven de dertig jaar komt ook sterilisatie van de vrouw regelmatig voor, maar sterilisatie van de man wordt nog vaker gebruikt. Condoom en hormoonspiraal zijn middelen die redelijk frequent worden gebruikt. Niet alles gaat goed bij anticonceptiegebruik. Het blijkt dat ongeveer 9% van alle vrouwen geen anticonceptie gebruikt, terwijl ze niet zwanger willen worden en wel seks hebben. Van de pilgebruiksters is 21% gedurende de afgelopen zes maanden wel eens meer dan één pil vergeten van dezelfde strip. 20% van de vrouwen heeft ooit een ongeplande zwangerschap meegemaakt. In dit artikel worden risicofactoren en consequenties voor beleid beschreven.

Gepubliceerd in 2012, jaargang 36, Nummer 2

Anticonceptiegebruik van vrouwen die een abortus provocatus ondergaan

  • Auteur Olga Loeber
  • Pdf openbaar Yes

Een abortusbehandeling kan beschouwd worden als een noodoplossing bij falende anticonceptie. De vraag is welke anticonceptie vrouwen hebben gebruikt voorafgaand aan een abortus provocatus lege artis (hierna omschreven als ‘abortus’) en of dit gebruik anders wordt na de abortus. Het anticonceptiegebruik van vrouwen die een abortus hebben ondergaan is onderzocht door middel van een dossieronderzoek bij alle vrouwen die in 2009 een abortus ondergingen in het MildredRutgershuis. Van de vrouwen lijkt 90-95% na het ondergaan van één, en in mindere mate na meer abortussen, een methode te vinden waarmee zij een ongewenste zwangerschap effectief lijken te voorkomen. Ongeveer 30% van de abortuscliënten heeft meer dan één abortus. Vier of meer abortussen komen vooral voor bij nietwesterse allochtone vrouwen die meestal een vaste relatie en kinderen hebben. Als men de anticonceptiegeschiedenis van deze laatste groep vrouwen beschouwt blijkt de anticonceptiecounseling die zij eerder gehad hebben geen goede oplossing te bieden. Wanneer zij opnieuw ongewenst zwanger worden gebruiken zij òf geen anticonceptie òf de pil of het condoom, maar maken veel fouten in het gebruik ervan. Andere anticonceptie wordt nauwelijks gebruikt. Tot slot wordt een suggestie gedaan hoe een effectiever anticonceptiegebruik gestimuleerd zou kunnen worden bij deze groep vrouwen.

Gepubliceerd in 2013, jaargang 37, Nummer 3