Tijdschrift voor Seksuologie

Tijdschrift voor Seksuologie

Het Tijdschrift voor Seksuologie is een onafhankelijke uitgave gelieerd aan de Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging voor Seksuologie (NVVS) en de Vlaamse Vereniging voor Seksuologie (VVS). Dit wetenschappelijk kwartaalblad over onderzoek en ontwikkelingen op het gebied van de seksuologie staat open voor Nederlandstalige wetenschappelijke bijdragen over hulpverlening, onderzoek, opleiding en onderwijs, voorlichting en preventie. We zien graag uw bijdrage tegemoet.

Hulpzoekgedrag en route naar zorg bij seksuele problemen

Seksuele problemen komen regelmatig voor. Lang niet iedereen met een seksueel probleem ontvangt daar professionele hulp voor. In dit artikel wordt het hulpzoekgedrag van mensen met seksuele problemen in kaart gebracht. Het onderzoek heeft als doel om barrières om hulp te zoeken te inventariseren en in kaart te brengen bij wat voor hulpverleners men terechtkomt als men hulp zoekt. Het overgrote deel (86%) van de mensen die last hebben van seksuele problemen zegt geen behoefte te hebben aan zorg, vaak omdat men het geen probleem (meer) vindt. Van degenen die wel een zorgbehoefte hebben, heeft minder dan de helft ook daadwerkelijk zorg ontvangen. De belangrijkste redenen om geen hulp te zoeken zijn dat men het probleem niet ernstig genoeg vindt om hulp voor te zoeken of omdat men dit probleem zelf denkt op te kunnen lossen. De mensen die wel in de hulpverlening terechtkomen, gaan in de meeste gevallen naar de huisarts voor hulp en zoeken op internet naar informatie. De tweedelijns hulpverlening wordt veel minder frequent bezocht en een seksuoloog wordt slechts door een enkeling gezien. Suggesties worden gedaan voor verbetering van de hulpverlening aan mensen met seksuele problemen.

Aanvullende informatie

  • Auteur Charles Picavet, Susanne Tonnon, Dirk Franssens, Ciel Wijsen
  • Pdf openbaar Yes
Gepubliceerd in 2012, jaargang 36, Nummer 1

Online hulpverlening voor jongeren met seksuele problemen: een literatuurstudie

In dit literatuuronderzoek werd er gekeken naar de stand van zaken op het gebied van online hulpverlening bij jongeren (zowel jongens als meisjes) met seksuele problemen. De literatuur laat zien dat jongeren last hebben van seksuele problemen. Ondanks een goed aanbod van seksualiteitshulpverlening in Nederland hebben veel jongeren geen toegang tot de hulpverlening of ervaren een te hoge drempel. Uitbreiding van het huidige aanbod met online hulpverlening biedt eventueel mogelijkheden. Uit het literatuuronderzoek blijkt dat goed uitgevoerde effectstudies op het terrein van online seksualiteitshulpverlening schaars zijn. Daarnaast is het vaak niet duidelijk onder welke leeftijdsgroep deze onderzoeken zijn uitgevoerd, en als dit wel zo is dan is de spreiding van de leeftijd groot. De onderzoeken laten wel zien dat online hulpverlening positieve behandelresultaten kan geven. Personen die online hulpverlening hebben gekregen voor hun seksuele problemen laten veelal een verbetering zien in seksueel functioneren, daarnaast is er een verbetering in de tevredenheid met betrekking tot het seksueel functioneren gerapporteerd. Ook werden er verbeteringen in het relationeel functioneren en persoonlijk welbevinden gezien. Wil een organisatie de huidige groep van zorgmissers en –mijders bereiken, dan is het zinvol om online hulpverlening aan te bieden. Toekomstig gestructureerd onderzoek zal moeten uitwijzen of dergelijke resultaten ook worden gevonden voor online interventies ten behoeve van jongeren met seksuele problemen.

Aanvullende informatie

  • Auteur Jolanda Hiemstra, Andrea Grauvogl
  • Pdf openbaar Yes
Gepubliceerd in 2012, jaargang 36, Nummer 1

Barrières bij het bespreken van seksualiteit bij patiënten met hart- en vaatziekten

Een hart- en vaatziekte kan leiden tot problemen met seksualiteit en veel patiënten hebben behoefte aan het bespreken van deze problemen met een zorgverlener. In hoeverre dergelijke gesprekken plaatsvinden tussen hulpverlener en patiënt en wat mogelijke barrières zijn voor hulpverleners is niet duidelijk. Met dit onderzoek wilden we inzicht krijgen in de huidige praktijk van het bespreken van seksualiteit met patiënten met hart- en vaatziekten en in de mogelijke barrières die zorgverleners ervaren bij het bespreken van de gevolgen van een hartaandoening of CVA voor de seksualiteit.
In totaal hebben 547 zorgverleners aan het onderzoek meegedaan, waarvan 305 werkzaam in hartrevalidatiecentra, 155 in hartfalen-poliklinieken, en 87 in CVA–revalidatiecentra in Nederland. Minder dan de helft van de zorgverleners gaf aan seksualiteit regelmatig of vaak met hun patiënten te bespreken. Toch vond bijna 75% van de zorgverleners dat ze verantwoordelijk zijn voor het bespreken van seksualiteit. Zorgverleners gaven aan dat ze vaak niet weten hoe ze over het onderwerp moeten beginnen en dat ze onvoldoende opgeleid zijn om seksualiteit te bespreken met patiënten en hun partners. Een andere reden die de respondenten aangaven is dat er vaak geen structureel beleid of protocol aanwezig is waarin staat ‘hoe en door wie’ seksualiteit besproken dient te worden. Naast het verbeteren van de praktische deskundigheid van zorgverleners op dit gebied, zou het bespreken van seksualiteit tot een vast onderdeel van het beleid binnen de instellingen moeten worden gemaakt.

Aanvullende informatie

  • Auteur Tialda Hoekstra, Anne Visser-Meily , Rebecca Y. Abma-Schouten, Charlotte C. Tuijnman-Raasveld, Ellen de Groot, Tiny Jaarsma
  • Pdf openbaar Yes
Gepubliceerd in 2014, jaargang 38, Nummer 1

De man in 40 jaar Tijdschrift voor Seksuologie

Wie terugblikt op 40 jaar Nederlandse seksuologie, met het focus expliciet op de man, vindt een enorme diversiteit aan invalshoeken. Binnen dat mannenfocus wordt in dit artikel breed geput uit de verschillende onderzoeks- en praktijkpublicaties, vooral uit het Tijdschrift voor Seksuologie. Dat houdt in dat over veel onderwerpen de hoofdlijnen geschetst worden, waardoor het mogelijk wordt om het verloop in tijd van de professie te volgen. Vooral rond erectiestoornissen zijn theorie én praktijk uiterst beweeglijk geweest; daarom wordt aan dit probleem apart aandacht besteed.

Aanvullende informatie

  • Auteur Jelto Drenth
  • Pdf openbaar No
Gepubliceerd in 2016, jaargang 40, Nummer 3

Het psychologisch, neurobiologisch en seksueel functioneren van adolescente slachtoffers van een eerste verkrachting

Dit artikel biedt een overzicht van een aantal reeds gepubliceerde deelstudies over het psychologisch, neurobiologisch en seksueel functioneren van slachtoffers van een eerste verkrachting. Deze groep bestond uit 323 vrouwelijke verkrachtingsslachtoffers in de leeftijd van 12 tot 25 jaar, die tussen 2005 en 2011 psychische hulp zochten bij het Landelijk Psychotraumacentrum voor Kinderen en Jongeren van het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Van hen had 79,6% een verkrachting meegemaakt en 20,4% een poging daartoe. Slachtoffers van chronisch seksueel misbruik werden uitgesloten van deelname. De resultaten van de verschillende deelstudies laten zien dat hulpzoekende adolescente slachtoffers van een eerste verkrachting een behoorlijke psychische lijdensdruk ervaren. Daarnaast was er bij de slachtoffers met een posttraumatische-stressstoornis, in vergelijking tot leeftijdsgenoten die rapporteerden niet getraumatiseerd te zijn, sprake van lagere waarden van de stresshormonen cortisol en dehydro-epiandrosteronsulfaat (DHEAS) in het speeksel, hetgeen een disregulatie van het biologische stresssysteem suggereert.
Bovendien bleek deze groep ruim drie jaar na afronding van een evidence based traumabehandeling in het algemeen nog steeds significant slechter te functioneren op seksueel gebied dan hun niet-getraumatiseerde leeftijdsgenoten. De resultaten geven aanleiding tot de veronderstelling dat het meemaken van een eerste verkrachting een grote impact heeft, wat zich uit in klachten op verschillende levensgebieden. De auteurs betogen, op grond van ander onderzoek, dat door adequate hulp direct na het meemaken van een verkrachting, zoals wordt aangeboden in het multidisciplinaire Centrum Seksueel Geweld, een groot deel van de negatieve gevolgen van een dergelijke ervaring kan worden voorkomen en dat dit de kans op herhaling van seksueel geweld (‘revictimisering’) verkleint.

Aanvullende informatie

  • Auteur Iva Bicanic, Ad de Jongh
  • Pdf openbaar No
Gepubliceerd in 2016, jaargang 40, Nummer 1