Tijdschrift voor Seksuologie

Tijdschrift voor Seksuologie

Het Tijdschrift voor Seksuologie is een onafhankelijke uitgave gelieerd aan de Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging voor Seksuologie (NVVS) en de Vlaamse Vereniging voor Seksuologie (VVS). Dit wetenschappelijk kwartaalblad over onderzoek en ontwikkelingen op het gebied van de seksuologie staat open voor Nederlandstalige wetenschappelijke bijdragen over hulpverlening, onderzoek, opleiding en onderwijs, voorlichting en preventie. We zien graag uw bijdrage tegemoet.

Teveel? Te weinig? Trends in de psychologische theorievorming over seksuele interesses, parafilieën en parafiele stoornissen gedurende de afgelopen 25 jaren

Vele psychologische theorieën zijn in zwang om de (ontwikkeling van) parafilieën te verklaren. Aan de hand van hetVele psychologische theorieën zijn in zwang om de (ontwikkeling van) parafilieën te verklaren. Aan de hand van hetpathologiserende en normaliserende paradigma, de twee grote paradigma’s die dit deelgebied van de seksuologiedomineren, worden de ontwikkelingen in de psychologische theorievorming over ‘ongewone seksuele smaken’ prototypischin kaart gebracht. Neurobiologische en neuropsychologische benaderingen van pedofilie worden gebruiktals prototype van het pathologiserende paradigma. Tevens wordt stilgestaan bij het duale proces-model van seksueeldenken van Bartels, dat niet alleen aandacht heeft voor de inhoud van een seksuele interesse, maar ook oog heeftvoor de activering, het gebruik en de effecten van een parafiele fantasie. Vervolgens wordt stilgestaan bij BDSM alsprototype bij uitstek van het normaliserende paradigma in de afgelopen twee decaden. Na een evaluatie van dehuidige stand van zaken, wordt kort stilgestaan bij de klinische implicaties van de psychologische theorievorming.

Aanvullende informatie

  • Auteur Luk Gijs & Sophie Verschueren
  • Pdf openbaar No
Gepubliceerd in 2020, jaargang 44, Nummer 4

Seks en liefde, desire and attachment. Overwegingen naar aanleiding van een behandeling voor parafilie

Aan de hand van een therapieverslag illustreert de auteur onvermogen tot emotionele hechting bij een man wiens seksuele gedrag sterk bepaald werd door een specifieke parafilie: fetisjisme voor gedragen damesondergoed.

Aanvullende informatie

  • Auteur Jelto Drenth
  • Pdf openbaar Yes
Gepubliceerd in 2011, jaargang 35, Nummer 4

Parafiele en niet-parafiele seksualiteit bij cliënten met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Overwegingen en therapeutische mogelijkheden.

Beschouwing.

Personen met seksueel grensoverschrijdend gedrag staan erg negatief in de belangstelling en het overheersende beeld is dat het om ongeneeslijke en perverse personen gaat. De maatschappelijke context van seksueel grensoverschrijdend gedrag wordt gekenmerkt door morele paniek, waarbij er grote verontrusting is over verschijnselen die bij nader inzien minder kwaadaardig en wijdverbreid of zelfs uitzonderlijk zijn. Onderzoek wijst uit dat plegers van seksuele delicten minder vaak recidiveren dan geweldplegers en dat behandeling bijdraagt aan vermindering van recidive. Dit artikel onderzoekt het seksuele aspect van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Betoogd wordt dat seksueel grensoverschrijdend gedrag lang niet altijd door een bijzondere seksuele voorkeur bepaald wordt en dat gewaakt moet worden voor het pathologiseren of medicaliseren van crimineel gedrag en het criminaliseren van normaal seksueel gedrag. Seksuele motieven voor seksueel grensoverschrijdend gedrag komen naast een parafilie ook voort uit hyperseksueel gedrag en een gebrekkige seksuele regulatie. Andere niet-seksuele motieven als het zoeken naar intimiteit en het reguleren van onplezierige gevoelens spelen eveneens een belangrijke rol. Het artikel besluit met suggesties voor behandelinterventies voor zowel seksuele als niet-seksuele motieven.

Aanvullende informatie

  • Auteur Bernard ten Hag
  • Pdf openbaar Yes
Gepubliceerd in 2012, jaargang 36, Nummer 3

Waarheen met de parafilieën in DSM-5?

Beschouwing.

DSM-5 verscheen in mei 2013. In deze psychiatrische classificatie worden de parafilieën en de parafiele stoornissen onderscheiden en worden de parafiele stoornissen geclassificeerd als een aparte groep van psychiatrische stoornissen. Nadat een kort overzicht gegeven is van de verschillende representaties van de parafiele stoornissen in de verschillende edities van de DSM sinds 1952, wordt de classificatie van de parafiele stoornissen in DSM-5 besproken. Vastgesteld wordt dat er in belangrijke mate continuïteit is tussen DSM-I en DSM-5. Meer dan de voorgangers probeert DSM-5 een onderscheid te maken tussen een parafilie of atypische seksuele variatie, en een parafiele stoornis of psychiatrisch gestoorde seksuele variatie. Hoewel dat een verbetering is, blijven vele belangrijke problemen de psychiatrische classificatie van parafiele stoornissen in DSM-5 plagen. Fundamentele problemen zijn: de in- of exclusie van parafilieën/parafiele stoornissen als een psychiatrische stoornis, de in- of exclusie van sommige seksuele variaties als een parafiele stoornis en een gebrek aan betrouwbaarheid en validiteit van specifieke diagnostische criteria en specificaties. Ondanks deze fundamentele problemen biedt de DSM-5 mogelijkheden voor pacificatie tussen “pathologiseerders” en “depathologiseerders” en daarmee mogelijkheden voor de behandeling van parafilieën/parafiele stoornissen.

Aanvullende informatie

  • Auteur Luk Gijs
  • Pdf openbaar Yes
Gepubliceerd in 2013, jaargang 37, Nummer 4

De hersenen op het nachtkastje… Filosofisch-seksuologische beschouwing over de betekenis van de inzet van roesversterkende methoden voor het opwekken en onderhouden van parafiele en niet-parafiele seksuele opwinding en verwante bewustzijnsveranderend

In dit artikel wordt het fenomeen seksuele roes vanuit seksuologische, filosofische, neurologische en culturele perspectieven verkend, waarbij een antwoord wordt gezocht op de vraag hoe belangrijk het is om bij seksuele activiteit, parafiel of niet-parafiel, roesopwekkende methoden en technieken te gebruiken om in een seksuele sfeer te komen en te blijven. Achtereenvolgens worden in dit verband aspecten als 'overbewustzijn', 'fugue state' (parafilieën), 'subspace' (BDSM), 'dissociatie' (DSM-5), trance/hypnose, rituelen, grenservaringen en transcendente/ mystieke ervaringen besproken. Al deze fenomenen kunnen hun licht werpen op de geheimzinnige overgang van de staat van 'actief opwekken van' naar die van 'zich overgeven aan' de roes van seksuele opwinding en daaraan voorbij.

Aanvullende informatie

  • Auteur Erik van Beek
  • Pdf openbaar Yes
Gepubliceerd in 2015, jaargang 39, Nummer 3