Seksuele klachten bij transgender personen in verschillende zorgtrajecten, een ENIGI follow-up studie

  • Auteur Mauro E. Kerckhof, Els Elaut, Baudewijntje P.C. Kreukels, Timo O. Nieder, Inga Becker-Hebly, Tim C. van de Grift, Annemieke S. Staphorsius, Andreas Köhler, & Gunter Heylens
  • Pdf openbaar No

Hoewel transgender personen steeds zichtbaarder worden in onze maatschappij en in de zorgverlening, blijkt er bitter weinig onderzoek uitgevoerd naar hun seksualiteitsbeleving. Oudere, vaak kleinschalige studies hebben het seksueel functioneren na een medische transitie vaak verengd tot het al dan niet kunnen beleven van een orgasme. Het doel van de huidige studie is om de prevalentie van een breed spectrum aan seksuele functiestoornissen en disfuncties (met last) in kaart te brengen bij een multicenter cohorte van transgender personen tijdens/na hun transitie. De prevalentie wordt eveneens gerapporteerd naargelang de verschillende mogelijke medische trajecten die deelnemers (hebben) doorlopen. 518 transgender personen (307 die zich vooral vrouwelijk, 211 die zich vooral mannelijk identificeren) hebben een online follow-up vragenlijst ingevuld in het kader van het European Network for the Investigation of Gender Incongruence Initiative (ENIGI). Alle participanten hadden hun eerste afspraak vier à zes jaar voor het onderzoek in een genderteam in Gent, Amsterdam of Hamburg. Zowel trans vrouwen als trans mannen ervaren het vaakst ‘last van problemen bij het initiëren van seks’ (26% en 32%) en ‘last van problemen met het bereiken van een orgasme’ (29% en 15%). Trans vrouwen ervaren na vaginoplastiek minder vaak opwindingsproblemen, seksuele aversie en een laag seksueel verlangen, in vergelijking met trans vrouwen die enkel hormonale therapie innemen. Vergeleken met trans mannen die geen medische stappen zetten, ervaren trans mannen na een falloplastiek minder vaak problemen met seksuele aversie maar vaker pijn na het vrijen. Seksuele disfuncties bij transgender personen vier tot zes jaar na hun eerste contact met transgenderzorg zijn frequent. Medische stappen kunnen helpen en zelfs essentieel zijn voor de ontwikkeling van een gezonde seksualiteit. Toch blijkt een significante groep van transgender personen (nog) last te hebben van seksuele disfuncties na genitale chirurgie. Seksuologische nazorg in deze groep verdient dus zeker aandacht.

Gepubliceerd in Online first

Een leertheoretisch perspectief op seksueel functioneren

  • Auteur Stephanie Both
  • Pdf openbaar No

Er wordt over het algemeen aangenomen dat leerervaringen een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van zowelEr wordt over het algemeen aangenomen dat leerervaringen een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van zowelgezond seksueel gedrag als in de ontwikkeling van seksuele stoornissen. Op welke wijze leren van invloed is opgevoelens en gedragingen, inclusief die van seksuele aard, is het onderwerp van de leertheorie. In deze bijdrageworden eerst enkele belangrijke concepten en principes binnen de leertheorie beschreven. Vervolgens wordt experimenteelonderzoek bij dieren en mensen naar de effecten van leerprocedures op de seksuele respons besproken,waaronder studies die zijn uitgevoerd in ons psychofysiologisch laboratorium. Tenslotte wordt stilgestaan bij de mogelijkhedenen de beperkingen van een leertheoretisch perspectief voor het begrijpen van seksueel functioneren, enbij de vragen en uitdagingen die er liggen voor toekomstig onderzoek.

Gepubliceerd in 2020, jaargang 44, Nummer 2

De stand van zaken over seksualiteit na behandeling van prostaatkanker: Is herstel van erectiele functie voldoende?

  • Auteur Cobi Reisman, Woet Gianotten
  • Pdf openbaar Yes

Bij mannen ouder dan 45 jaar is prostaatkanker de meest voorkomende vorm van kanker. Voor deze groep mannen is aandacht voor kwaliteit van het leven en vooral seksualiteit van groot belang.
Alle mogelijke behandelingen voor prostaatkanker veroorzaken functionele schade en psychogene problemen met als gevolg een breed palet aan seksuele verstoringen. Bekende seksuele gevolgen van de behandeling zijn verminderde zin, erectiele disfunctie, anejaculatie, orgasmestoornissen, verlies van urine tijdens het orgasme (climacturia) en verandering in de lengte en de vorm van de penis.
De man met prostaatkanker krijgt niet alleen te maken met onzekerheid over terugkeer van de kanker en over de toekomst, maar hij moet daarnaast leren omgaan met fysieke, cognitieve en seksuele problemen en ook met veranderingen in de relatie met zijn partner.
Waar de literatuur lange tijd alleen aandacht had voor een verstoorde erectie, komt er nu ook meer aandacht voor andere seksuele verstoringen.
Voor sommige mannen werken de medische interventies bij deze seksuele verstoringen, maar erectie en orgasme zijn slechts ingrediënten en niet het hele seksuele recept. Een uitgebreide multidisciplinaire aanpak is nodig om de mannen en hun partners beter te begrijpen en optimaal te helpen.

Gepubliceerd in 2017, jaargang 41, Nummer 4

Richtlijn Vroegtijdige zaadlozing

  • Auteur Peter Leusink, Marcel Waldinger, Ellen Laan, Jacques van Lankveld, Eric Meuleman, Cobi Reisman, Luca Incrocci
  • Pdf openbaar Yes

In 2010 publiceerde de International Society of Sexual Medicine hun Richtlijn voor de diagnostiek en behandeling van vroegtijdige zaadlozing. Deze richtlijn werd door enkele leden van de WVSD en NVVS vertaald en op enkele punten aangepast. De belangrijkste onderwerpen worden beschreven.

Gepubliceerd in 2012, jaargang 36, Nummer 1

Effectiviteit van een PLISSIT interventie bij patiënten met type 2 diabetes in de huisartsenpraktijk: design van een cluster-gerandomiseerd onderzoek

  • Auteur Anne Rutte, Annemarie M.J. Braamse, Patricia van Oppen, Giel Nijpels, Frank J. Snoek, Paul Enzlin, Peter Leusink, Petra J.M. Elders
  • Pdf openbaar Yes

Ondanks dat seksuele disfuncties vaak voorkomen bij patiënten met type 2 diabetes, blijft het een van meest genegeerde complicaties in de diabeteszorg. Zowel de patiënt als de zorgverlener lijken moeite te hebben met het bespreken van seksuele problemen. Een seksueel counselingmodel voor zorgverleners, zoals PLISSIT, zou een handige tool kunnen zijn voor het verbeteren van het bespreken van seksuele problemen bij patiënten met type 2 diabetes. Dit artikel beschrijft het design van een cluster-gerandomiseerd klinisch onderzoek waarin de effectiviteit van het PLISSIT model bij mannen en vrouwen met type 2 diabetes in de huisartsenpraktijk wordt onderzocht (Nederlands Trial Register NTR4807). Patiënten met type 2 diabetes, tussen 40 en 75 jaar, die aangeven ontevreden te zijn over hun seksueel functioneren en hierover te willen praten met hun huisarts zijn geschikt voor deelname. Alle deelnemers ontvangen een folder over diabetes en seksualiteit van de praktijkondersteuner huisarts (POH).

In de interventiegroep krijgt iedere patiënt vervolgens een afspraak met de huisarts om over zijn/haar seksuele problemen te praten volgens de stappen van het PLISSIT model. In de controlegroep wordt gebruikelijke zorg verleend. Primaire uitkomsten zijn seksueel functioneren, tevredenheid over het seksuele functioneren en kwaliteit van leven. Secundaire uitkomsten zijn depressieve symptomen, seksuele distress, emotioneel welbevinden en tevredenheid met zorg. Onze studie zal informatie bijdragen over de effectiviteit van het PLISSIT model op belangrijke zelf-gerapporteerde uitkomsten van mannen en vrouwen met type 2 diabetes.

Gepubliceerd in 2015, jaargang 39, Nummer 4

De invloed van blootstelling aan foto's van natuurlijke vulva's op het genitale zelfbeeld van jonge vrouwen

  • Auteur Daphne K. Martoredjo, Ellen Laan
  • Pdf openbaar Yes

Het aantal verzoeken tot labiaplastiek is stijgende, mogelijk vanwege een toenemende ontevredenheid bij vrouwen over het uiterlijk van hun labia minora. In deze studie werd onderzocht of blootstelling aan foto’s van natuurlijke vulva’s het genitale zelfbeeld van vrouwen positiever maakt. In de experimentele conditie werden foto’s van natuurlijke vulva’s getoond, terwijl de controleconditie foto’s van neutrale voorwerpen te zien kreeg. Het genitale zelfbeeld werd voor en na de interventie gemeten bij 43 vrouwen die geen wens tot labiareductie hadden. Twee weken na de interventie werd opnieuw het genitale zelfbeeld gemeten. Na het zien van foto’s van vulva’s werd het genitale zelfbeeld positiever, ongeacht de mate van seksueel disfunctioneren, seksuele hinder, zelfvertrouwen en angstdispositie. Het positievere genitale zelfbeeld bij de vrouwen die foto’s van vulva’s hadden gezien was na twee weken nog aanwezig. Als blijkt dat deze interventie ook werkt bij vrouwen met een negatief genitaal zelfbeeld en/of de wens tot labiareductie, dan kan fotomateriaal van natuurlijke vulva’s gebruikt worden als interventie bij vrouwen met een negatief genitaal zelfbeeld. Mogelijk kan deze interventie hen afhouden van een ingrijpende operatie als labiaplastiek.

Gepubliceerd in 2015, jaargang 39, Nummer 1

Seksuele functie bij vrouwen met het primaire syndroom van Sjögren

  • Auteur Jolien F. van Nimwegen, Suzanne Arends, Greetje S. van Zuiden, Arjan Vissink, Frans G.M. Kroese, Hendrika Bootsma
  • Pdf openbaar Yes

Doel: Het primaire syndroom van Sjögren (pSS) is een auto-immuun systeemziekte waarbij de traan- en speekselklieren worden aangetast. Naast de kenmerkende droogheid van de ogen en mond hebben vrouwen met pSS tevens vaak klachten van vaginale droogte. Het doel van deze studie was om de seksuele functie van vrouwen met pSS te vergelijken met die van controles uit de algemene populatie, en te onderzoeken welke factoren geassocieerd zijn met seksuele disfunctie bij pSS.
Methode: Zesenveertig vrouwen met pSS (gemiddelde leeftijd 46.3±10.5) en 43 op leeftijd gematchte controles hebben vragenlijsten ingevuld over seksuele disfunctie (Female Sexual Disfunction Index, FSFI), zorgen omtrent seksueel functioneren (Female Sexual Distress Scale, FSDS), vermoeidheid (Multidimensionele Vermoeidheids Index, MVI), angst en depressie (Hospital Anxiety and Depression Scale, HADS), relatiekwaliteit (Maudsley Marital Questionnaire, MMQ, ‘marital’ subdomein), en kwaliteit van leven (RAND 36-item Health Survey, RAND-36). Bij patiënten werden tevens de systemische ziekteactiviteit en patiëntgerapporteerde symptomen vastgelegd.
Resultaten: Vrouwen met pSS hebben een slechtere seksuele functie dan controles (mediaan FSFI 20.6 vs. 30.3, p<0.001) en lagere scores voor de domeinen verlangen, opwinding, orgasme, lubricatie en pijn. Patiënten ervaren meer zorgen omtrent hun seksueel functioneren (mediaan FSDS 7 vs. 4, p<0.05) en zijn minder vaak seksueel actief dan controles (76% vs. 93%, p<0.05). Seksuele disfunctie is gecorreleerd met symptomen van pSS, vermoeidheid, depressieve symptomen, ontevredenheid over de relatie en slechtere mentale kwaliteit van leven.
Conclusie: Vrouwen met pSS hebben een verminderde seksuele functie en ervaren meer zorgen omtrent seksueel functioneren dan controles. De seksuele functie van vrouwen met pSS wordt beïnvloed door vaginale droogte, symptomen van pSS en psychosociale factoren.

Gepubliceerd in 2015, jaargang 39, Nummer 4

ISSUES