Romantische gehechtheid van belang voor seksueel functioneren

  • Geschreven door Charles Picavet

Van den Brink, F., Smeets, M. A. M., Hessen, D. J., & Woertman, L. (2016). Positive body image and sexual functioning in Dutch female university students: The role of adult romantic attachment. Archives of Sexual Behavior, 45, 1217-1226.

Femke van den Brink en collega’s van de Universiteit Utrecht hebben onderzoek gedaan naar de rol van romantische gehechtheid en lichaamsbeeld bij het seksueel functioneren van bijna 400 vrouwelijke studentes. Zij hebben dit gedaan door middel van ‘structural equation modeling’ (SEM) van gegevens uit een online vragenlijst. Er wordt dan gekeken of een model (waarin elementen met pijlen aan elkaar verbonden zijn) gevonden kan worden dat het beste past bij de data. De Female Sexual Function Index (FSFI) is gebruikt om seksueel functioneren te meten, de Body Appreciation Scale (BAS) voor lichaamsbeeld en subschalen van de Experiences in Close Relationships-Relationship Structure Questionnaire (ECR RS) voor angstige en vermijdende gehechtheid in de relatie. In dit geval bleken zowel vermijdende als angstige gehechtheid negatief samen te hangen met seksueel functioneren. Angstige gehechtheid hing samen met een minder positief lichaamsbeeld, wat weer invloed had op seksueel verlangen en opwinding. Er was geen rechtstreeks verband tussen angst en seksueel functioneren. Vermijdende gehechtheid hing rechtstreeks samen met minder opwinding, lubricatie en orgasme en een lagere seksuele tevredenheid. Er is bij vermijding niet gekeken naar een eventueel verband via lichaamsbeeld. Van alle seksuele uitkomstmaten werd door het model bij seksuele tevredenheid de meeste variantie verklaard. Concluderend kan worden gesteld dat vermijdende gehechtheid gerelateerd is aan een mindere seksuele respons en minder tevredenheid over de seksuele relatie, en dat angstige gehechtheid via een minder positief zelfbeeld samenhangt met minder zin in seks en opwindbaarheid. Volgens de auteurs is dit belangrijk bij de behandeling van seksuele disfuncties.

Ik vind het interessant onderzoek, omdat het kijkt naar het belang van de hechtingsrelatie met de partner en van lichaamsbeeld voor seksueel functioneren. Hoewel seksuologen weten dat de kwaliteit van de relatie belangrijk is bij de beleving van seksualiteit, draagt dit onderzoek bij aan het begrip van hoe dat verband dan precies zit. Ik vind het leuk dat is gekozen voor SEM als analysemethode. Het is een nog te weinig gebruikte methode om complexe verbanden in data bloot te leggen. Ik wil toch ook nog een kritische kanttekening plaatsen. De wat mij betreft belangrijkste beperking van het onderzoek is dat je met één meting geen uitspraken kunt doen over causaliteit. Een pijlenmodel suggereert dat er een causaal verband is, maar feitelijk gaat het over samenhangen. We weten op basis van dit onderzoek niet of een verbetering van gehechtheid ook leidt tot beter seksueel functioneren. Opvallend genoeg noemen de auteurs dit niet als een van de beperkingen. Over het algemeen spreken zij echter netjes over verbanden, niet over invloed of effecten.

Het artikel is vrij verkrijgbaar (open access), dus je kunt het gewoon downloaden. Ik kan dat aanraden, het is de moeite waard.

Klik hier

Gepubliceerd in Internationale Publicaties

Een interpersoonlijk perspectief op seksualiteit: Over de rol van hechting en relaties

  • Auteur Marieke Dewitte
  • Pdf openbaar No

Hoewel seks meestal plaatsvindt in de context van een relatie, is het onderzoek naar de interpersoonlijke dynamieken van seksualiteit eerder beperkt. Met het oog op het ontwikkelen van meer valide theoretische modellen die ook van toepassing zijn in de klinische praktijk, dienen we verder te gaan dan de studie van individuele factoren en dus rekening te houden met de relationele context en de responsen van beide partners. In dit artikel zal ik dieper ingaan op de wisselwerking tussen seks en relaties en hoe we dit kunnen benaderen vanuit de hechtingstheorie. Ik leg hierbij de nadruk op hoe individuele verschillen in hechtingsoriëntatie zich manifesteren in (seksuele) relaties en licht beknopt toe hoe zich dat vertaalt in de klinische praktijk. Daarnaast zal ik de link tussen seks en relaties vanuit een informatieverwerkingsperspectief beschrijven en een aantal suggesties doen om het dyadisch onderzoek naar seksualiteit vorm te geven. Door de seksuele met de niet-seksuele aspecten van de relatie te verbinden en de data van beide partners te includeren, krijgen we uiteindelijk een beter zicht op de determinanten van seksueel (dis)functioneren en seksuele beleving.

Gepubliceerd in 2016, jaargang 40, Nummer 1

ISSUES