Variaties in relaties. De attitudes rond consensuele non- monogamie in Vlaanderen en Brussel: gender- en generatieverschillen

  • Auteur Aurelie De Coster, Kimm Dupont, Sayira Maruf , Veronique Becue, Ellen Verheyen & Els Elaut6.=
  • Pdf openbaar No

Samenvatting

Monogamie is de gouden standaard in ons relationele leven. Onderzoek naar diverse relatievormen zoals consensuele non-monogamie (CNM) is dan ook beperkt. Het doel van deze kwantitatieve studie is om een beeld te geven over de attitudes van de inwoners van Vlaanderen en Brussel ten opzichte van CNM relaties. Als onderdeel van een ruimer on- derzoek, focust dit werk op de verschillen in attitudes tussen verscheidene genders en generatiegroepen. Er is gebruik gemaakt van een online vragenlijst met als subonderdelen de Consensual Non-Monogamy Attitude Scale (CNAS), de Willingness to engage in CNM (WTE) en de Sociosexual Orientation Inventory-Revised (SOI-R). De steekproef bestaat uit 6850 personen, waarvan 46,7% mannen, 51,6% vrouwen en 1,5% non-binaire personen. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers is 38,6 jaar. Van deze steekproef heeft 35,2% reeds ervaring met een CNM relatie. Mannen verto- nen een positievere houding ten opzichte van CNM dan vrouwen, alsook meer bereidheid tot engagement in CNM dan vrouwen. Deelnemers behorende tot generatie X (41- tot 56-jarigen) hebben over het algemeen een positievere attitude en meer bereidheid om deel te nemen aan CNM dan andere generaties. Er is geen direct effect van leeftijd op de attitude ten aanzien van CNM relaties gevonden, maar de attitude wordt wel gemedieerd door het al dan niet voorkomen van een CNM relatie in de persoonlijke voorgeschiedenis. Ondanks de beperkingen, werpt deze explora- tieve studie een eerste licht op de verschillen in attitudes tussen genders en verschillende generatiegroepen en geeft het een aanzet tot longitudinaal en uitgebreider onderzoek betreffende dit onderwerp.

Gepubliceerd in 2023, jaargang 47, Nummer 2

Sociale perspectieven op gender en seks: Verworvenheden en uitdagingen

  • Auteur Ine Vanwesenbeeck
  • Pdf openbaar Yes

Gender en seksualiteit zijn sterk verweven, in de wetenschap, in de maatschappij en in de geleefde werkelijkheid.Gender en seksualiteit zijn sterk verweven, in de wetenschap, in de maatschappij en in de geleefde werkelijkheid.De theorievorming vanuit sociaal perspectief op dit terrein kent een onmiskenbaar rijke geschiedenis. Ze wordtondersteund door een indrukwekkende body of knowledge vanuit empirisch onderzoek. In dit artikel worden deontwikkelingen vanaf halverwege de vorige eeuw op dat vlak geschetst. De belangrijkste theoretische invalshoekenen concepten worden behandeld en inhoudelijke verworvenheden worden benoemd. Centraal staat het begripheteronormativiteit, verwijzend naar het dominante stelsel van normen inzake mannelijkheid, vrouwelijkheid enseksualiteit en daaraan gekoppelde praktijken en instituties. Wetenschappelijk inzicht in de schadelijkheid van heteronormativiteiten in de onderliggende processen, dicteert als vanzelf een agenda voor sociale verandering. Zowelop wetenschappelijk als maatschappelijk vlak doen zich daarbij echter nog vele uitdagingen voor, waarvan enkelebelangrijke hier eveneens aan de orde zullen komen.

Gepubliceerd in 2020, jaargang 44, Nummer 2

A survey on the sexual double standard among Dutch youth

  • Auteur Peggy M.J. Emmerink, Ine Vanwesenbeeck, Regina J.J.M. van den Eijnden, Jacques J.D.M. van Lankveld, Tom F.M. Ter Bogt
  • Pdf openbaar No

The sexual double standard (SDS) is a pattern of divergent expectations concerning sexuality that dictates sexual restraint for women and girls, whereas it dictates sexual prowess for men and boys. Research shows that endorsing the SDS is related to negative effects for sexual and mental health, which are particularly strong for women. This paper offers an overview of the findings of four studies, part of the dissertation of Emmerink (2017), that explore SDS endorsement among heterosexual youth in the Netherlands. Study 1 focused on the development of a new questionnaire for the measurement of the SDS, assessing opinions on appropriate sexual behaviour of young men and women (“Scale for the Assessment of Sexual Standards among Youth” (SASSY)). The instrument demonstrated good psychometric qualities. Study 2 compared SASSY questionnaire scores (which measures conscious attitudes) with those on an indirect measurement (which measures attitudes of which people are unaware). While boys showed attitudes in line with the SDS on both the SASSY questionnaire and the indirect measure, girls showed an attitude in line with the SDS on the SASSY questionnaire, but a converse attitude (associating their own sex with sexual activity, instead of passivity) on the indirect measure. The SDS therefore seems to be working at different cognitive levels. Study 3 examined the relationship between SDS endorsement (the SASSY questionnaire) and demographic and psychosexual correlates. Men and religious youth showed higher SDS endorsement. This was also the case for men and women that attached more importance to masculinity/femininity. Only among men was a stronger sense of entitlement to sexual pleasure provided by a partner associated with stronger SDS endorsement. In Study 4 the relationship between SDS endorsement and sexual emotions and cognitions was addressed. For women only, a significant relationship emerged between stronger SDS endorsement and the experience of more negative emotions, mediated through decreased sexual autonomy. The results of the four studies point towards the SDS not being an extremely dominant attitude among Dutch youth (mean scores were generally low), but that some groups endorse it to a greater extent than others. Continued attention towards the possible effects of the SDS on young people’s sexuality seems warranted. Moreover, the results of the studies serve as pointers for future research, which could focus on the influence processes that underlie personal sexual attitudes in line with the SDS and on the personal lived experiences of sexuality and sexual autonomy. This last factor seems particularly relevant to study among girls and women.

Gepubliceerd in 2018, Volume 42, Issue 1

Young people, social media and sexuality: a view of the literature

  • Auteur Ine Vanwesenbeeck
  • Pdf openbaar No

The scientific study of young people’s sexuality is, understandably, increasingly addressing the role of social media. Social media as well as the related research are rapidly evolving. Any final conclusion on these moving targets would be inappropriate. Nonetheless, it may be useful to keep score where we’re heading. This article considers the recent literature related to social media and young people’s sexuality. The research discussed relates, among others, to the role of social media in sexual development, to the extent of (self )sexualisation on social media, to the effects of social media on young people’s (sexual) behavior and cognitions and to the empowering effects of social media. It may be concluded that there definitely is progress in our understanding of (sexual) behavior on social media and its consequences. Questions related to determinants of differences among young people, in behavior and use of social media as well as effects and experience thereof, are an important area of future research.

Gepubliceerd in 2018, Volume 42, Issue 1

Jongeren, sociale media en seksualiteit: een literatuurbeschouwing

  • Auteur Ine Vanwesenbeeck
  • Pdf openbaar Yes

De wetenschappelijke bestudering van de seksualiteit van jongeren richt zich de afgelopen jaren, begrijpelijkerwijs, steeds meer ook op de rol van sociale media. Zowel het fenomeen zelf als het onderzoek ernaar zijn sterk in ontwikkeling. Vergaande conclusies met betrekking tot een dergelijk moving target zijn dan ook niet aan de orde. Niettemin kan het nuttig zijn een tussenstand op te maken. In dit artikel wordt de betreffende literatuur beschouwd. Onderzoek naar de plaats van sociale media in de seksuele ontwikkeling, naar de mate van (zelf )seksualisering op sociale media, naar de effecten van sociale media op gedrag en cognities van jongeren en naar de empowering aspecten van sociale media passeren, onder andere, de revue. Geconcludeerd wordt dat er beslist vorderingen zijn in het doorgronden van (seksueel) gedrag op sociale media en de gevolgen daarvan. Vooral vragen naar de determinanten van verschillen tussen jongeren, zowel in gedrag en gebruik van sociale media als in beleving en effecten ervan, staan veelal nog open.

Gepubliceerd in 2018, jaargang 42, Nummer 1

Een verkenning van de seksuele dubbele standaard bij adolescenten en jongvolwassenen in Nederland

  • Auteur Peggy M.J. Emmerink, Ine Vanwesenbeeck, Regina J.J.M. van den Eijnden, Jacques J.D.M. van Lankveld, Tom F.M. Ter Bogt
  • Pdf openbaar Yes

De seksuele dubbele standaard (SDS) is een patroon van verwachtingen dat (jonge) vrouwen seksuele terughoudendheid voorschrijft, terwijl het (jonge) mannen seksuele activiteit dicteert. Het onderschrijven van deze SDS is geassocieerd met negatieve consequenties voor de seksuele en mentale gezondheid, welke vooral voor vrouwen sterk naar voren komen. Het huidige overzichtsartikel bespreekt vier studies, onderdeel van het proefschrift van Emmerink (2017), waarin de SDS onder heteroseksuele jongeren in Nederland verkend werd. In Studie 1 lag de focus op de ontwikkeling van een nieuwe vragenlijst voor het meten van de SDS ten aanzien van het gedrag van jonge mannen en vrouwen (de “Scale for the Assessment of Sexual Standards among Youth” (SASSY)). Er werd een goede psychometrische kwaliteit van het instrument vastgesteld. In Studie 2 werden de scores op de SASSY vragenlijst (welke bewuste denkbeelden meet) vergeleken met die op een indirecte meting, een Implicit Association Test (IAT, welke onbewuste denkbeelden meet). Mannen lieten op zowel de SASSY vragenlijst als op de IAT een denkbeeld zien in lijn met de SDS. Vrouwen lieten op de SASSY vragenlijst een denkbeeld zien in lijn met de SDS, maar op de IAT juist niet. Het lijkt erop dat de SDS op verschillende cognitieve niveaus werkt. In Studie 3 werd de relatie tussen het aanhangen van de SDS (de SASSY vragenlijst) met psychoseksuele correlaten bekeken. Mannen en religieuze jongeren blijken de SDS relatief sterker aan te hangen. Dit was tevens het geval voor mannen en vrouwen die sterker belang hechten aan hun eigen mannelijkheid/vrouwelijkheid. Voor alleen mannen was ook een sterker gevoel recht te hebben om seksueel seksueel plezier te ontvangen van de partner geassocieerd met het sterker aanhangen van de SDS. In Studie 4 werd de relatie tussen het aanhangen van de SDS en seksuele cognities en emoties bekeken. Hieruit bleek dat alleen voor vrouwen het sterker aanhangen
van de SDS gerelateerd was aan een lagere seksuele autonomie en het ervaren van meer negatieve emoties rondom seks. Ondanks dat de resultaten van de studies er op wijzen dat de SDS in Nederland geen dominant denkbeeld is (de gemiddelde scores waren steeds laag), lijkt het er op dat sommige groepen de SDS wel sterker aanhangen dan anderen. Een voortdurende aandacht voor de mogelijke effecten van de SDS op de seksualiteit van jongeren blijft daarom wenselijk. Het strekt tot aanbeveling zich in toekomstig onderzoek enerzijds te richten op de beïnvloedingsprocessen die ten grondslag liggen aan persoonlijke attituden in lijn met de SDS en anderzijds op de persoonlijke belevingswereld van seksualiteit en seksuele autonomie, het laatste met name bij meisjes en jonge vrouwen.

Gepubliceerd in 2018, jaargang 42, Nummer 1

Let it be: The right to personal autonomy of persons with intersex / DSD

  • Auteur Pieter Cannoot
  • Pdf openbaar No

The Belgian legal system devotes very little attention to the situation of persons with intersex/DSD. Although intersex/DSD is a common phenomenon, data about the prevalence of medical treatment regarding persons with intersex/DSD and their living conditions are rare. Persons with intersex/DSD are currently put under particular pressure by the legal system because of its binary normative character. The conceptualisation of “sex” according to the binary (male/female) maintains the pathologisation of intersex/DSD and reinforces the focus on sex normalising treatment on children who are too young to provide their informed consent. This contribution specifically deals with the legal challenges of sex normalising medical treatments, sex registration by the government and discrimination of persons with intersex/DSD, from a human rights approach. It will focus on the right to personal autonomy of persons with intersex/DSD and provides several possible scenarios to improve their legal status in the Belgian legal system.

Gepubliceerd in 2017, Volume 41, Issue 2

De relatie tussen intimiteit en seksualiteit in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen

  • Auteur Jolanda Hiemstra, Viviane Thewissen, Anita Jansen-Breukelman, Marieke Dewitte, Nele Jacobs, Jacques van Lankveld
  • Pdf openbaar No

In het huidige onderzoek werd de samenhang onderzocht tussen gevoelens van intimiteit voor de partner enerzijds en seksueel verlangen en seksuele gedachten anderzijds, en de invloed hierop van drie modererende variabelen: gender, hechtingsoriëntatie en relatieontevredenheid. Hierbij is gebruik gemaakt van de Experience Sampling Methode (ESM), een dagboekmethode waarbij 38 volwassen personen gedurende zeven opeenvolgende dagen, tien keer per dag, een dagboekje invulden. Multilevel lineaire regressie-analyses toonden aan dat gevoelens van intimiteit voor de partner geassocieerd waren met een sterker seksueel verlangen op hetzelfde moment en met meer seksuele gedachten. Op basis van het gevonden temporele verband kon voor vrouwen een samenhang worden aangetoond tussen intimiteitsgevoelens voor de partner en het ontstaan van seksuele gedachten. Een opvallende bevinding was dat bij mannen verhoogde intimiteitsgevoelens voor de partner gevolgd werden door een verlaagd seksueel verlangen. Uit de moderatie-analyse van hechtingsoriëntatie bleken intimiteitsgevoelens voor de partner bij onveilig gehechte personen samen te gaan met minder seksueel verlangen.
Moderatie-analyse van relatieontevredenheid toonde aan dat intimiteitsgevoelens voor de partner bij mannen met een grotere relatieontevredenheid significant vaker werden gevolgd door een afname van seksuele gedachten op een volgend moment. De resultaten uit het huidige onderzoek bevestigen dat er een samenhang bestaat tussen gevoelens van intimiteit voor de partner, seksueel verlangen en seksuele gedachten. Er zijn aanwijzingen dat intimiteit bij vrouwen kan leiden tot bereidheid en ontvankelijkheid voor seksuele stimuli, zoals seksuele gedachten. Bovendien laten de resultaten bij mannen zien dat psychologische processen en kenmerken van de relatie belemmerend kunnen werken op de seksuele respons. Ook speelt onveilige hechting een rol in de onderzochte samenhangen. De uitkomsten bieden voor de klinische praktijk aangrijpingspunten om uit te leggen hoe de seksuele respons tot stand komt en waar het proces verstoord kan raken.

Gepubliceerd in 2016, jaargang 40, Nummer 1

ISSUES