Abortus wordt heel vaak bestudeerd vanuit een éénzijdig discours. Zo richten sociologen, politicologen en antropologen zich bijvoorbeeld vaak op de analyse van heersende normen, waarden en wetgevingen inzake abortus, houden de psychologen zich voornamelijk bezig met de studie van vrouwen naar hun individueel emotioneel welzijn
voor en na een abortus, en gaat de aandacht van artsen voornamelijk naar de studie van de beste abortustechnieken. In de huidige analyse van de beslissing tot abortus, wordt vertrokken vanuit een systemisch-contextueel perspectief op het thema. In dat perspectief is er aandacht voor de verschillende niveaus waarop een dergelijke beslissing zich afspeelt: het maatschappelijke en groepsniveau (wie wordt ongepland zwanger en beslist tot abortus en waarom?), het vaak vergeten relationele en interpersoonlijke niveau (wie is nog bij deze beslissing betrokken en hoe spelen die een rol?) en tenslotte het individuele en intrapersoonlijke niveau (hoe ervaart de vrouw het besluitvormingsproces zelf?). Aan de hand van vijf empirische studies uit het doctoraat van de auteur (Vandamme, 2017) wordt een antwoord geboden op resterende onderzoeksvragen op elk van die drie niveaus. Voor het doctoraat werd een algemene populatiestudie over seksuele en reproductieve gezondheid bij mannen en vrouwen woonachtig te Vlaanderen (Sexpert, 2013), gecombineerd met specifieke vragenlijststudies bij vrouwen die opteerden voor een abortus en bij de abortus betrokken partners. De resultaten werpen een blik op de complexiteit van dit thema en vertellen drie verschillende verhalen.
Eén van de ontwikkelingstaken van jongeren is om wederkerige seksuele contacten en relaties aan te gaan die veilig en vrij van uitbuiting zijn. Het internet is één van de contexten waarbinnen jongeren hun seksualiteit kunnen ontwikkelen, bijvoorbeeld door seksuele (zelf )verkenning via online communicatie. Hierbij kunnen jongeren prettige ervaringen opdoen, maar zij kunnen ook geconfronteerd worden met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Hoewel er veel onderzoek is gedaan naar risicofactoren van face-to-face (’offline’) grensoverschrijding, is online seksuele grensoverschrijding minder onderzocht. Het doel van deze studie is om meer inzicht te krijgen in de risicofactoren voor online seksuele grensoverschrijding. In totaal hebben 404 jongvolwassen vrouwen van 18 tot 27 jaar een online vragenlijst ingevuld. Daarvan had 71.3% minstens één online grensoverschrijdende ervaring. Resultaten laten zien dat ervaringen van offline seksuele grensoverschrijding voor het 16e levensjaar gerelateerd zijn aan een vervijfvoudigd risico op het meemaken van online grensoverschrijding. Daarnaast bleek dat vaker seks hebben met losse sekspartners de kans op online grensoverschrijding verdubbelt. Het zou kunnen dat jonge vrouwen met relatief veel losse partners een actieve seksuele levensstijl hebben, ook online, waardoor zij een grotere kans hebben om met seksueel grensoverschrijdend gedrag geconfronteerd te worden. Deze risicofactoren voor online slachtofferschap komen deels overeen met eerder gevonden risicofactoren voor offline slachtofferschap. Er is mogelijk sprake van vervaagde grenzen tussen online en offline interacties, waardoor risicofactoren niet beperkt zijn tot één context.