Condoomgebruik en testgedrag in Nederland

  • Auteur Maaike Goenee, Harald Kedde, Charles Picavet
  • Pdf openbaar Yes

In dit artikel staat centraal hoe het is gesteld met het condoomgebruik en het testgedrag op soa en/of hiv onder jongeren en volwassen in Nederland. In een representatieve steekproef vulden ruim 8.000 Nederlandse mannen en vrouwen tussen de 15 en 71 jaar een digitale vragenlijst in over hun seksuele gezondheid. Het gebruiken van condooms, met zowel een vaste als losse partner, blijkt anno 2011 nog steeds geen vanzelfsprekendheid. Hoewel men bij seks met een losse partner vaker een condoom gebruikt dan bij seks met een vaste partner, heeft 48% van de mannen en 60% van de vrouwen die de laatste keer vaginale seks hebben gehad met een losse partner, geen condoom gebruikt. Bij anale seks zijn deze percentages respectievelijk 47% en 71%. Daarnaast is bij 9% van de vaginale sekscontacten sprake van incorrect condoomgebruik doordat de man al met de penis in de vagina is geweest, voordat een condoom wordt omgedaan. Bij anale seks rapporteert 6% van de mensen incorrect condoomgebruik. Binnen de totale seksueel actieve groep mannen en vrouwen heeft respectievelijk 10% en 7% bij het laatste seksuele contact geen condoom gebruikt met een losse partner. Condoomgebruik met losse partners hangt slechts beperkt samen met sociaal-demografische kenmerken. Alleen mannen die seks hebben met mannen gebruiken vaker een condoom met losse partners. Het aantal mensen dat ervaring heeft met seks tegen betaling en/of met swingpartners, is in deze studie erg klein. Er zijn echter aanwijzingen dat bij deze vormen van seksueel contact sprake is van inconsequent condoomgebruik. Mannen die onder invloed waren van drugs hebben vaker onbeschermde seks dan mannen die geen drugs hebben gebruikt. Van de mensen die ooit seks hebben gehad, hebben vrouwen zich gedurende hun leven iets vaker ooit op soa (32%) en hiv (24%) laten testen dan mannen (respectievelijk 28% en 19%). In het afgelopen jaar heeft 7% van de mannen en vrouwen zich op soa laten testen en respectievelijk 6% en 5% op hiv. Het testgedrag hangt samen met alle onderzochte sociaal-demografische kenmerken. Mensen hebben zich in 2011 even vaak laten testen als in 2006 en in 2009. Bij 1% van de mannen en vrouwen dat zich ooit heeft laten testen op hiv, is ook daadwerkelijk hiv vastgesteld. Voor het testen op soa blijkt ongeveer één op de vijf uitslagen positief. Hierbij is chlamydia de meest gediagnostiseerde soa. Ondanks investeringen om condoomgebruik te stimuleren, blijft het deel van de Nederlandse bevolking dat inconsequent condooms gebruikt met een losse partner structureel te hoog. Het is dan ook noodzakelijk om het actieve testbeleid te continueren.

Gepubliceerd in 2012, jaargang 36, Nummer 2

ISSUES