Seksuele gezondheid in Nederland 2011: achtergronden en samenstelling van een representatieve steekproef voor een bevolkingsonderzoek

  • Auteur Ciel Wijsen, Stans de Haas
  • Pdf openbaar Yes

Het bevolkingsonderzoek ‘Seksuele gezondheid in Nederland 2011’ heeft, in navolging van de bevolkingsonderzoeken in 2006 en 2009, tot doel een beeld te geven van de seksuele en reproductieve gezondheid in Nederland. Het onderzoek is uitgevoerd als onderdeel van Rutgers WPF’s ‘Monitor seksuele en reproductieve gezondheid, zorgbehoefte en zorggebruik’.
Representativiteit van de onderzoeksgroep is cruciaal voor een bevolkingsonderzoek. Daarom is veel aandacht besteed aan de samenstelling van de onderzoeksgroep. Hierbij is de methode van werving van respondenten van groot belang. Als aanvulling daarop is de steekproef waar nodig verder representatief gemaakt door middel van weging. In zes artikelen, die elk een inhoudelijk thema beschrijven, wordt een actueel en inzichtelijk beeld gegeven van de seksuele gezondheid van de Nederlandse bevolking op achtereenvolgens de volgende thema’s: seksueel gedrag en beleving, seksuele functieproblematiek, soa/hiv, geboorteregeling, transgender en seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Gepubliceerd in 2012, jaargang 36, Nummer 2

Verschillen in seksuele (on)gezondheid tussen homo-, heteroen biseksuele jongeren

  • Auteur Koenraad Vermey, Hanneke de Graaf, Bouko Bakker
  • Pdf openbaar Yes

Doel: Doelen van dit onderzoek zijn het beschrijven van de dimensies van seksuele oriëntatie en het identificeren van seksuele gezondheidsverschillen tussen Nederlandse homo-, hetero- en biseksuele jongeren van 12-25 jaar.
Methodiek: Secundaire analyses zijn uitgevoerd op data van het representatieve bevolkingsonderzoek Seks onder je 25e uit 2011. Bijna 8.000 jongeren werden via een digitale vragenlijst gevraagd naar drie dimensies van seksuele oriëntatie (aantrekking, ervaring met seksegenoten en zelfbenoeming) en een vijftal aspecten van seksuele (on)gezondheid zoals beschreven door de WHO.
Resultaten: Ongeveer 4,7% van de jongens en 7,2% van de meisjes rapporteerde ten minste enige aantrekking tot het eigen geslacht. Clusteranalyse naar de drie seksuele oriëntatiedimensies onthulde drie groepen met: 1) exclusief heteroseksuele aantrekking; 2) exclusief en voornamelijk homoseksuele aantrekking; 3) evenveel aantrekking tot beide geslachten en voornamelijk aantrekking tot het andere geslacht. Significant vaker dan de andere groepen rapporteerden homojongens en biseksuele meiden seksuele grensoverschrijding, testgedrag op hiv/soa en specifieke seksuele functieproblemen. Verschillen in het gebruik van de pil en/of condooms als anticonceptie werden niet gevonden, noch verschillen in seksuele tevredenheid.
Discussie: Ondanks de beperkte overlap van seksuele oriëntatiedimensies was clustering op basis van seksuele aantrekking mogelijk. De specifieke gezondheidsverschillen worden mogelijk verklaard door algemene en oriëntatiespecifieke factoren, waaronder seksgedrag en minderheidsstress.
Conclusie: Significante prevalentieverschillen in specifieke problemen en gedrag gerelateerd aan seksuele (on)gezondheid bevestigen de meerwaarde van differentiatie in seksuele oriëntaties. De auteurs pleiten voor meer onderzoek naar de oorzaken van gezondheidsverschillen, plus aandacht voor de specifieke gezondheidsproblemen van LHB-jongeren in preventie en voorlichting.

Gepubliceerd in 2014, jaargang 38, Nummer 2
Pagina 2 van 2

ISSUES