Editoriaal

  • Auteur Marieke Dewitte
  • Pdf openbaar Yes

'T is weer voorbij die mooie zomer". Nu ja, voor wie net als ik thuisgebleven is, viel het weer best wel tegen. Het gebrek aan zonneschijn, nochtans zo nodig om onze batterijen op te laden na opnieuw een moeizaam jaar, en vooral de hoeveelheid grijs en regen heeft het klaag-virus bij vele mensen verder aangewakkerd.

Gepubliceerd in 2021, jaargang 45, Nummer 3

Seksualiteit in tijden van COVID: Bevordering van gezond seksueel gedrag

  • Auteur Gerjo Kok
  • Pdf openbaar Yes

Maatregelen voor de preventie van COVID-19 hebben invloed op het seksuele gedrag, vooral bij mensen zonderMaatregelen voor de preventie van COVID-19 hebben invloed op het seksuele gedrag, vooral bij mensen zondervaste partner, o.a. jongeren. In dit artikel bespreken we de epidemiologische gegevens en de daaruit voortvloeiendeaanbevelingen betreffende het seksuele risicogedrag en veiliger alternatieven en de mogelijkheden en uitdagingenvan planmatige gedragsverandering, zowel op het niveau van het individu als het niveau van de samenleving.

Gepubliceerd in 2021, jaargang 45, Nummer 1

Singles, seksuele relaties en seksuele rechten: Inzichten uit de coronacrisis

  • Auteur Linda Duits
  • Pdf openbaar Yes

Volgens de RIVM-richtlijnen mogen burgers tijdens corona alleen seks hebben met een vaste partner waarmee zeVolgens de RIVM-richtlijnen mogen burgers tijdens corona alleen seks hebben met een vaste partner waarmee zesamenwonen. Voor personen zonder zo’n partner is het niet mogelijk om zich zowel aan de regels te houden als intiemfysiek contact te hebben met anderen. Dit artikel bespreekt dit advies in een kader van seksuele rechten en seksuelegezondheid. Er bestaat een spanning tussen burgers beschermen tegen corona en het waarborgen van hun seksuelegezondheid. Betoogd wordt dat de Nederlandse overheid seksuele relaties beziet vanuit een conservatief perspectief,wat haar in staat stelt dit dilemma te negeren. Dit is schadelijk voor de gezondheid van personen die buiten de normvan monogame, samenwonende/gehuwde partners vallen. Seksuologen worden opgeroepen de discussie over deproportionaliteit van de genomen maatregelen te entameren.

Gepubliceerd in 2021, jaargang 45, Nummer 1

Corona brengt ons dichter bij elkaar”: De ervaren impact van de coronacrisis op het seksleven van mensen met een partner

  • Auteur Hanneke de Graaf & Jenneke van Ditzhuijzen
  • Pdf openbaar Yes

Sinds maart 2020 is ons land in de ban van de coronacrisis. Om het aantal besmettingen terug te dringen, gingenSinds maart 2020 is ons land in de ban van de coronacrisis. Om het aantal besmettingen terug te dringen, gingenvanaf 15 maart een aantal ingrijpende maatregelen in, waardoor het leven van veel mensen er ineens heel anders uitging zien. Deze veranderingen werken mogelijk door in seksueel gedrag en welzijn. Om dit te onderzoeken, zijn datageanalyseerd met zowel open als gesloten vragen van een Nederlandse steekproef (n=883) die deel uitmaakt van eenEuropese studie naar seksueel gedrag en welzijn in tijden van corona. Onderzocht is of mensen die samenleven meteen partner over het algemeen een toe- of afname in seksueel verlangen en activiteit ervaarden gedurende de eerstelockdown en welke factoren hiermee samenhangen. Bij de meeste mensen lijkt de coronacrisis geen invloed te hebbenop hun seksleven, vooral wanneer dit hun dagelijks leven niet of nauwelijks beïnvloedt of wanneer de relatie sterkis. De mate waarin en manier waarop mensen invloed van de coronacrisis op hun seksleven ervaren, hangt af van deimpact die de lockdown heeft op vier dimensies in het dagelijkse leven van deze mensen (tijd en ruimte, spanning enstress, fysieke nabijheid en emotionele verbondenheid) en van de manier waarop men met veranderingen in dezedimensies omgaat. Wanneer mensen bijvoorbeeld meer tijd, minder stress en meer intimiteit met hun partner ervaren,kan de lockdown een positieve invloed hebben op het seksleven van samenwonende mensen. Wellicht kunnen deervaringen van mensen voor wie het positief is uitgepakt, een inspiratiebron vormen voor anderen.Sinds

Gepubliceerd in 2021, jaargang 45, Nummer 1

Mannen die seks hebben met mannen in België hadden minder seksuele contacten met niet-vaste partners en gebruikten minder PrEP tijdens de eerste weken van de COVID-19 lockdown

  • Auteur Thijs Reyniers, Anke Rotsaert, Estrelle Thunnissen, Veerle Buffel, Caroline Masquillier, Ella Van Landeghem, Jef Vanhamel, Christiana Nöstlinger, Edwin Wouters, Marie Laga, & Bea Vuylsteke
  • Pdf openbaar Yes

In deze studie bestudeerden we veranderingen in fysieke (niet-virtuele) seks met niet-vaste partners bij mannen dieIn deze studie bestudeerden we veranderingen in fysieke (niet-virtuele) seks met niet-vaste partners bij mannen dieseks hebben met mannen (MSM) in België tijdens de eerste weken van de COVID-19 lockdown, en mogelijke associatiesmet sociodemografische factoren, seksueel gedrag vóór de lockdown, drug-, alcohol en PrEP-gebruik. We onderzochtenook veranderingen in PrEP-gebruik en de nood aan opvolging.De online vragenlijst was beschikbaar in het Nederlands, Frans en Engels tussen 10 en 27 april 2020 en werd verspreidvia holebi- en seksuele gezondheidsorganisaties in België. Inclusiecriteria waren: leeftijd van 18 jaar of ouder,niet exclusief heteroseksueel, en geboren of wonende in België.De steekproef bevatte 694 MSM. Het percentage dat fysieke seks had met niet-vaste partners verminderde van59.1% naar 8.9% tijdens de eerste weken van de lockdown. Deelnemers die hiv-positief waren, PrEP gebruikten, aangroepsseks, chemsex of sekswerk deden, hadden significant meer kans om seks te hebben gehad met niet-vastepartners tijdens de lockdown, dan deelnemers die deze kenmerken niet hadden. Onder de deelnemers die PrEP gebruiktenvoor de lockdown was 47% gestopt met PrEP, 19.7% gebruikte periodiek en 33.3% dagelijks PrEP tijdens delockdown. Bijna twee op drie deelnemers had een PrEP-opvolging in de weken voor de lockdown en een minderheidwerd elders of online opgevolgd. Enkele PrEP-gebruikers uitten bezorgdheden over hun PrEP-opvolging.De bevindingen in deze studie suggereren dat het risico op hiv- en soa-transmissie lager was in deze periode danvoorheen. Toegang tot seksuele gezondheidsdiensten zoals PrEP-opvolging of testen op hiv blijft aangeraden intijden van lockdown voor de kleine groep MSM die seks heeft met meerdere partners, of aan groepsseks, chemsex ofsekswerk doen. De MSM in onze studie hadden substantieel minder seks met niet-vaste partners tijdens de lockdown.JT. Reyniers is gezondheidssocioloog en als postdoctoraal onderzoeker verbonden aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde, Departement Volksgezondheid.A. Rotsaert is gezondheidswetenschapper en als junior onderzoeker verbonden aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde, Departement Volksgezondheid.E. Thunnissen is gezondheidssociologe en als junior onderzoeker verbonden aan het Centrum voor Demografie, Familie en Gezondheid van de Universiteit Antwerpen.V. Buffel is gezondheidssociologe en als postdoctoraal onderzoeker is verbonden aan het Centrum voor Demografie, Familie en Gezondheid van de Universiteit Antwerpen.C. Masquillier is gezondheidssociologe en als postdoctoraal onderzoeker is verbonden aan het Centrum voor Demografie, Familie en Gezondheid van de Universiteit Antwerpen.E. Van Landeghem is gezondheidssociologe en als junior onderzoeker verbonden aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde, Departement Volksgezondheid.J. Vanhamel is arts en als junior onderzoeker verbonden aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde, Departement Volksgezondheid.C. Nöstlinger is gezondheidspsychologe en als senior onderzoeker verbonden aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde, Departement Volksgezondheid.E. Wouters is als hoogleraar medische sociologie verbonden aan het Centrum voor Demografie, Familie en Gezondheid van de Universiteit Antwerpen.M. Laga is als hoogleraar verbonden aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde, Departement Volksgezondheid.B. Vuylsteke is medisch epidemioloog en als senior onderzoeker verbonden aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde, Departement Volksgezondheid.Correspondentie-adres:

Gepubliceerd in 2021, jaargang 45, Nummer 1

De invloed van de COVID-19-pandemie op de huidige en toekomstige abortuszorg

  • Auteur Peter Leusink
  • Pdf openbaar Yes

De COVID-19-pandemie heeft sinds maart 2020 de gezondheidszorg wereldwijd ernstig ontregeld en daarmee ookDe COVID-19-pandemie heeft sinds maart 2020 de gezondheidszorg wereldwijd ernstig ontregeld en daarmee ookde seksuele en reproductieve gezondheidszorg, waaronder de abortuszorg. De pandemie heeft directe en indirecteeffecten op de reproductieve gezondheidszorg die, afhankelijk van het overheidsbeleid, de vrouwenrechten en/of detoegankelijkheid tot de zorg beperken. In Nederland heeft de pandemie weliswaar niet geleid tot ernstige beperkingvan de toegankelijkheid tot abortuszorg maar heeft het wel bestaande problemen met de abortuszorg blootgelegdwaardoor sommige vrouwen in de knel kwamen. Daarmee dienen zich kansen aan om de reproductieve autonomievan de vrouw te versterken en de verruiming van de toegankelijkheid van abortuszorg te vergroten. Aanbevelingenworden gegeven.

Gepubliceerd in 2021, jaargang 45, Nummer 1

Impact van COVID-19 op seksuele en reproductieve gezondheid en rechten van jongeren in lage- en middeninkomenslanden

  • Auteur Judith Westeneng & Rosalijn E.C. Both
  • Pdf openbaar Yes

De wereldwijde maatregelen om COVID-19 in te dammen hebben het leven van veel jongeren in lage en middeninkomenslandenDe wereldwijde maatregelen om COVID-19 in te dammen hebben het leven van veel jongeren in lage en middeninkomenslandenontwricht en de seksuele en reproductieve gezondheid en rechten van jongeren die toch al vaak onderdruk stonden, verder verslechterd. Gebaseerd op eerste literatuur, inzichten van partners in programma’s van Rutgersen eerste onderzoeksresultaten, laat dit artikel zien dat de pandemie negatieve gevolgen heeft voor de toegang totinformatie en gezondheidszorg. Er is een toename in huiselijk geweld en kindhuwelijken en meer schendingen vanrechten van LHBTI-personen. De effecten op relaties en seks laten een gemengd beeld zien: waar sommigen minderseks hebben uit angst voor besmetting of door het gescheiden zijn van de partner, gaan anderen door het wegvallenvan structurele dagbesteding meer losse, seksuele contacten aan en hebben sommigen seksuele relaties uit financiëlenoodzaak. De crisis treft mensen in kwetsbare posities onevenredig hard en versterkt hiermee de ongelijkheid.Aangezien de aandacht van veel donoren en overheden nu uitgaat naar COVID-zorg, onderwijs en de economie, enomdat donoren zelf financiële gevolgen ervaren, dreigen de aandacht en financiële ondersteuning voor seksuele enreproductieve gezondheid en rechten in het geding te komen en vooruitgang van de afgelopen jaren verloren te gaan.COVID-19 heeft wereldwijd het dagelijkse levenontwricht. Naast het verlies van naar schattingruim twee miljoen mensen die overleden aan hetvirus, zijn het vooral de maatregelen om het virus in tedammen die een grote impact hebben. Om het virusonder controle te krijgen en te houden en de ziekenhuizenniet te overbelasten, zijn verregaande maatregelengenomen, zoals het sluiten van grenzen en scholen.Aan het begin van de pandemie waren er grotezorgen over het effect van COVID-19 op zogenoemdelage- en middeninkomenslanden (LMI-landen). Metveelal falende of zwakke systemen in de gezondheidszorgzou de pandemie daar rampzalige gevolgen kunnenhebben. Sommige landen zijn ook daadwerkelijkflink geraakt, zoals veel Latijns-Amerikaanse landen,India en Indonesië. In veel andere landen, en met namein Sub-Sahara Afrika, lijkt het aantal mensen dat geïnfecteerdis met het virus mee te vallen, met uitzonderingvan Zuid-Afrika. Sommigen vermoeden datgebrekkige detectie en registratie leidt tot een onderschattingvan de infecties. Ook wordt gewezen op dezeer jonge populatie, waardoor het virus een mindergroot effect heeft. Daarnaast gaan er geluiden op dathet juist het vroege handelen is geweest dat een positievebijdrage heeft geleverd: al vaak voor de eerstebesmetting in een land bekend was, werden grenzengesloten en hygiëne-maatregelen getroffen. In diverselanden is daarnaast – vanwege de ervaring met ebola –het gezondheidssysteem ingesteld op het omgaan metpandemieën.Waar het virus niet grootschalig vat heeft gekregenop dit continent, is de indirecte impact juist wel zeergroot. Het heeft het leven van jongeren ontwricht, inclusiefhun opleiding, levensonderhoud, genderverhoudingenen toegang tot seksuele en reproductievegezondheidszorg (SRGR) en informatie (Lindberg, Bell,& Kantor, 2020; Mmeje, Coleman, & Chang, 2020; Poudel& Subedi, 2020; United Nations Children’s Fund[UNICEF], 2020; Wood et al., 2020).Dit artikel beschrijft de eerste inzichten met betrekkingtot de impact van COVID-19 op de seksuele enreproductieve gezondheid en rechten van jongeren inLMI-landen. De inzichten wijzen op toenemende ongelijkheidaangezien reeds gemarginaliseerde en kwetsbarejongeren, zoals meisjes en LHBTI-jongeren alsookjongeren die op het platteland wonen of jongeren dieleven met hiv of met een beperking, meer nadelig wordenbeïnvloed door de preventieve maatregelen diezijn ingevoerd om de COVID-19 pandemie te bedwingen.Dr. Judith Westeneng is onderzoek coördinator bij Rutgers.Dr. Roselijn Both is onderzoeker bij Rutgers.Correspondentie-adres:

Gepubliceerd in 2021, jaargang 45, Nummer 1

Hoe de Nederlandse overheid sekswerkers kwetsbaar maakte tijdens de eerste golf van de COVID-19 pandemie

  • Auteur Marije van Stempvoort
  • Pdf openbaar Yes

Om COVID-19 een halt toe te roepen trof de Nederlandse overheid diverse maatregelen waarvan het verbod op hetOm COVID-19 een halt toe te roepen trof de Nederlandse overheid diverse maatregelen waarvan het verbod op hetuitoefenen van contactberoepen er één was. Dit betekende dat sekswerkers die fysiek contact hebben met klantenhun werkzaamheden moesten staken. Al snel kwam de regering over de brug met steunmaatregelen voor getroffensectoren. Om de toegang van sekswerkers tot dit steunpakket te monitoren, zette SekswerkExpertise een survey uitonder sekswerkers. Aan de hand van deze survey laat ik zien dat slechts een klein deel van de geënquêteerden inaanmerking kwam voor financiële hulp. Ik beargumenteer dat de uitsluiting van sekswerkers binnen het steunpakketniet los gezien kan worden van het Nederlandse beleid voor de seksindustrie. Gemeenten reguleren de branchevia gemeentewetten. Meestal betekent dit dat zelfstandige escorts en thuiswerkers niet legaal kunnen opereren. Alsgevolg hiervan kwamen zij niet in aanmerking voor het vangnet voor ondernemers. De sekswerkers die bij een exploitantwerken, hadden hier evenmin toegang toe. Onder druk van de fiscus werken zij meestal als ‘pseudo werknemer’via de zogenaamde opting-in regeling. Ondanks hun zelfstandige status zijn zij geen ondernemer omdat zij niet overeen inschrijving in het handelsregister beschikken. Dit diskwalificeerde hen van steun. Het ondernemerschap vansekswerkers achter het raam staat niet ter discussie maar deze groep viel veelal om andere redenen buiten de boot.Wegens strikte criteria was de bijstand evenmin toegankelijk voor veel sekswerkers. Een substantieel deel kwam alsgevolg hiervan in een precaire situatie terecht hetgeen voor sommigen reden was om ondanks de gezondheidsrisico’svoor henzelf en anderen door te werken.

Gepubliceerd in 2021, jaargang 45, Nummer 1

ISSUES